Impact!

Transitieaanpak

G
e
b
r
e
k
 
a
a
n
 
l
e
i
d
e
r
s
c
h
a
p
 
z
o
r
g
t
 
v
o
o
r
 
t
e
g
e
n
s
t
r
i
j
d
i
g
e
 
b
e
w
e
g
i
n
g
e
n

Ruth Mourik en Brigitte Berends over complexititeit van de transitie
Duurzame steden
Partnerschap

Een gesprek met:

Ruth Mourik
Ruth Mourik

Eigenaar van DuneWorks

Brigitte Berends
Brigitte Berends

Kwartiermaker

Ruth Mourik, gespecialiseerd in transitie en gedragsveranderingen van individuen en organisaties in duurzaamheidsprojecten, twijfelt wel eens of er niet nieuwe denkers en doeners nodig zijn om de transitie verder te brengen. “Jij en ik zijn zo gepokt en gemazeld”, zegt ze tegen kwartiermaker Brigitte Berends, “dat een ander geluid misschien tot weer nieuwe inzichten kan leiden.” Een geanimeerd interview over complexiteit, de noodzaak van feedback loops en het met elkaar verbinden van de operationele, tactische en strategische niveaus.

Het tweetal werkt geregeld samen in verschillende transitieprogramma’s. “We zitten in een complex speelveld”, trapt Berends het gesprek af. “Als jij naar die complexiteit kijkt, wat maakt de transitie nou zo complex?

Mourik: “In de eerste plaats is alles met elkaar verbonden. En alles beïnvloedt elkaar. We hebben vaak de neiging om het systeem te zien als iets wat stabiel is. Maar dat is het niet. Het is een continu op elkaar inwerken van instituten, mensen, technologie, actoren, wet- en regelgeving, cultuur, normen en waarden. En alles probeert bijna continu naar balans te zoeken en dat maakt het zo complex. Wat het nog complexer maakt is dat in transities vaak leiderschap ontbreekt.”

Leiderschap in de zin van?

“Richtinggevend, sturend en heldere kaders stellen. Agenderend in plaats van reactief. Het leiderschap komt vaak uit allerlei hoeken. Maar het ontbreekt aan overkoepelend leiderschap dat de verschillende richtingen op elkaar afstemt. Met als gevolg tegenstrijdige bewegingen tussen verschillende partijen.”

Om die complexiteit nog verder te duiden voegt Mourik toe dat wat we vandaag doen de volgende generaties treft.  “Dus het feit dat je verantwoordelijk bent voor de consequenties op de hele langere termijn, dat maakt het er niet makkelijker op. En als we ons ook nog realiseren dat alles wat we doen impact heeft op de natuur en de planeet, dan heb ik de complexiteit wel geschetst.”

Inmiddels hebben we wel het besef dat wij het systeem zijn

Die complexiteit herken ik wel. Het betekent naar mijn idee ook dat we door verschillende brillen en vanuit verschillende invalshoeken moeten blijven kijken. Hoe zie jij dat?

“Je moet het opbreken in hapklare brokken. In transities doen we dat op operationeel, tactisch en strategisch niveau. En dan hebben we bijvoorbeeld de projectmanagers, de vastgoedmanagers en bestuurders aan tafel. Mensen moeten zich committeren aan het verbinden van de drie niveaus en de feedback die daar tussenin moet ontstaan, door wat ik feedback loops noem. Gebeurt dat niet dan kan er bijvoorbeeld op het operationele niveau veel gebeuren en als je geluk hebt ook op vastgoedniveau. Maar dan blijft het bijvoorbeeld bij de bestuurders behoorlijk stroperig. Je moet vooraf die niveaus veel meer aan elkaar lijmen.”

Jij noemt de feedback loops. Wat houdt dat in?

“Dat je regelmatig met elkaar reflecteert op wat er wel en niet goed is gegaan. Het vraagt om hele bewust ingeklemde momenten waarin je al die partijen bij elkaar brengt op een zeer regelmatige basis en met elkaar de kritische momenten die hebben plaatsgevonden benoemt.”

En die zijn binnen een transitieproces belangrijk?

“Als je bezig bent met een systeemverandering dan kun je niet zonder. En dat heeft te maken met het feit dat je nog zo ontzettend veel leert omdat er nog zo weinig bekend is. Feedback loops helpen daarbij, samen met die verschillende perspectieven waar jij het net over had.” 

Om die transitie handen en voeten te geven hebben wij als Kwartiermakers de ‘Transitieloop' ontwikkeld. Met deze loop maken we inzichtelijk welke ontwikkelingen betrokken partijen doorlopen maar koppelen we dat ook sterk aan businessmodellen van de deelnemende organisaties. Wat is jouw visie daarop?

“Het is heel erg vanuit het economisch perspectief en  dat is helemaal prima. Maar je hebt ook die andere perspectieven nodig om ervoor te zorgen dat zoiets uiteindelijk daadwerkelijk gedragen gaat worden. Wanneer je heel veel verschillende partijen bij elkaar brengt zal dat in het begin langzaam gaan. Maar uiteindelijk ga je toch sneller. De essentie van transitie is dat je samen leert en experimenteert. Daarbij is ook de verscheidenheid van de groep belangrijk. Als je een groep gelijkgestemden bij elkaar hebt dan wordt er wellicht wel wat geleerd maar niet wat nodig is om een transitie te realiseren. Want een transitie betekent per definitie dat je het oude loslaat en een nieuw denkkader omarmt.”

Van huis uit ben ik econoom en dan kijk je wat afstandelijker naar de markt of de organisaties. Ik merk met de transitie dat het steeds persoonlijker wordt. Want het gaat ook heel erg over je eigen rol en je eigen gedrag. Herken jij je daarin?

“Jazeker. Dat komt omdat we heel lang de neiging hebben gehad om het systeem als iets anders te zien dan onszelf. Het oude denken is ook ‘als het systeem niet verandert kunnen wij daar niets aan doen’. Inmiddels hebben we het besef dat wij het systeem zijn. En er is ook een steeds groter besef dat we in staat zijn om verantwoordelijkheid te nemen en dat ook doen. Tegelijkertijd zit er ook een paradox in mensen zelf. Dus aan de ene kant rijden in een grote auto en aan de andere kant proberen de planeet te redden. Trek de koelkast open en zie wat voor enorme hoeveelheid groente en fruit in de groentelade ligt wat uit een ander deel van de wereld komt. We zien de urgentie toenemen, maar zijn we ons ook bewust van onze bijdragen aan het in standhouden van het bestaande systeem? Dat is ook wat ik probeer te bewerkstelligen in mijn werk. Dat we dus wanneer we als collectief individu andere keuzes maken, we toch echt zorgen voor impact.”

Er zit ook een paradox in mensen. In een dure auto rijden, maar ook proberen de planeet te redden

En dat lukt dan ook?

“Nou ja, ik twijfel daar soms oprecht wel eens over. Jij en ik draaien al twintig jaar in tal van programma’s mee. We zijn zo gepokt en gemazeld dat ik mij wel eens afvraag of er geen nieuwe denkers en doeners nodig zijn. Misschien hebben we wel bakkers nodig die dit gaan doen. Zij weten heel goed hoe je in de werkvoorbereiding één of meerdere producten bij elkaar moet doen en tot een integraal product maakt, en hoe je experimenteert.”

Ik hoor een hoop twijfel, heeft dat te maken met wat je wel eens eerder tegen mij zei dat je de transitie te langzaam vindt gaan?

“Ik denk dat het juist eerder komt omdat we alles meer en sneller willen doen. Over zes jaar hebben we wat betreft alle tipping points het point of no return bereikt.  We moeten dus ook wel snel. Maar er lijkt daardoor geen tijd meer voor onzekerheid of een beetje experimenteren. Nee, het moeten meteen grote programma’s zijn en gaan met die banaan. Terwijl we, zoals ik zojuist al zei, juist ook moeten reflecteren en tijd voor feedback loops moeten inbouwen. In de praktijk zit er veel spanning op leren en vertragen versus versnellen en doen. Maar beiden zijn nodig om vooruit te komen."

Lees meer artikelen: